Warning: count(): Parameter must be an array or an object that implements Countable in /home/customer/www/fiathealth.info/public_html/wp-content/plugins/formcraft3/formcraft-main.php on line 1064

FIAT-Health 2.0

Begrippenlijst

Gerapporteerde cijfer

Het cijfer dat u wilt beoordelen.

Primaire publicatie

Het medium (bijv. rapport, database, website of wetenschappelijke publicatie) waar het cijfer voor het eerst openbaar werd gemaakt.

Auteur van de primaire publicatie

De persoon/personen of organisatie die het cijfer heeft beschreven in de primaire publicatie.

Gebruiker

De persoon of de instantie die het cijfer wil begrijpen, citeren, of verspreiden.

Onderwerp

Een aspect van de gezondheid of zorg waar het cijfer iets over zegt, bijvoorbeeld een ziekte, leefstijlfactor, of behandeling.

Populatie

Een verzameling van eenheden, die kan bestaan uit mensen of objecten.

Eenheid

Dat waarin het cijfer is uitgedrukt, bijvoorbeeld mensen, euro’s, dagen, kilometers, etc.

Proces van tellen

De manier waarop een hoeveelheid wordt bepaald. Bijvoorbeeld door middel van een registratie of directe observaties.

Proces van meten

De manier waarop de aanwezigheid of omvang wordt bepaald door middel van vastgestelde waarden. Bijvoorbeeld het meten van gewicht aan de hand van een weegschaal of aan de hand van een enquêtevraag.

FIAT-Health 2.0 vragenlijst

De FIAT-Health 2.0 heeft het doel u te ondersteunen bij het beoordelen van een cijfer gerapporteerd over gezondheid of zorg. Door het toepassen van de FIAT-Health 2.0 wordt u geholpen bij het maken van een scherpe karakterisering van een cijfer, resulterend in een betere beoordeling van een cijfer over gezondheid en of zorg.

2 Step 2

Samenvattend overzicht van uw antwoorden

Het cijfer dat wordt beoordeeld: "[field2]"

	Karakterisering van het cijfer	[field61]
Cijfer	[field2]	[field146]
Instituut primaire publicatie	[field126]
Typering van het cijfer	[field127]
Onderwerp	[field128]	[field18]
Populatie	[field129]	[field19]
Geografisch gebied	[field130]	[field24]
Periode	[field133]	[field27]

De totstandkoming van het cijfer is gebaseerd op:

Dataverzameling	[field29]

Een Steekproef

Omvang steekproef	[field132]
Omvang respons	[field134]
Groepen buiten beschouwing gelaten	[field148]
Representativiteit steekproef	[field149]

Registratie

Gebruikte registratie	[field135]
Bruikbaarheid registratie	[field150]

Vragenlijstonderzoek

Enquête vragen zijn precies weergeven	[field43]
Antwoordcategorieën zijn precies weergeven	[field44]
Conclusie vragenlijst	[field136]

Directe observaties

Dataverzameling	[field137]
Nauwkeurigheid dataverzameling	[field151]

Modelleren

Aannames zijn beschreven	[field52]
Plausibiliteit aannames	[field152]

Eindoordeel

Hoe beoordeelt u de correctheid van het cijfer in de primaire publicatie?	[field154]
Hoe beoordeelt u de interpretatie van het gerapporteerde cijfer?	[field155]

Uw notities

[field138]

Aandachtspunten

Hieronder vind u een aantal aandachtspunten bij elke vraag.

Vraag 1: Herkomst van het cijfer

De primaire publicatie moet verifieerbaar zijn, om het cijfer te kunnen beoordelen. Zonder primaire publicatie kan de kwaliteit van de rapportage niet gecontroleerd worden.

Vraag 2: Geloofwaardigheid van het cijfer

Wanneer de geloofwaardigheid van de auteur van de publicatie laag is, is de kans groter dat er bias is opgetreden bij de totstandkoming van het cijfer. Wanneer de auteur van de primaire publicatie afhankelijk is van dit specifieke cijfer, dan kunnen de belangen die spelen rondom het cijfer invloed hebben op de totstandkoming van het cijfer en resultaten.

Vraag 3: Typering van het cijfer

Bij een absoluut cijfer of gemiddelde is de context waarbinnen het cijfer valt mogelijk niet duidelijk. Bij een percentage of breuk is het soms onduidelijk wat het absolute cijfer zou zijn. De keuzes die hierin worden gemaakt kunnen ook gebruikt worden om cijfers intuïtief groter of juist kleiner te laten lijken. Bedenk wat het cijfer zou zijn als het anders wordt uitgedrukt, en of daardoor de interpretatie van het cijfer verandert.

Vraag 4. Onderwerp van tellen en meten

De definitie van wat er geteld en gemeten wordt is door de auteur samengesteld, waarbij deze keuzes heeft gemaakt over wat onder het onderwerp wordt verstaan. De auteur heeft in zekere mate de vrijheid om zelf te bepalen wat wel en wat niet als onderwerp wordt meegeteld. De definitie geeft aan wat het cijfer precies beschrijft.

Vraag 5: Populatie waarover geteld en gemeten wordt

Voor de interpretatie van een cijfer is het belangrijk om te begrijpen wanneer iets of iemand buiten de populatie valt. Bijvoorbeeld, wanneer de populatie mensen betreft, is een goede afbakening op basis van leef¬tijd, geslacht, en relevante andere kenmerken noodzakelijk. Termen zoals “ouderen” of “jongeren” waarmee leeftijd aangegeven wordt, kunnen verschillend gedefinieerd worden, waardoor het belangrijk is te weten hoe deze termen zijn bepaald door de maker van

Vraag 6: Geografisch gebied waar het cijfer betrekking op heeft

Cijfers komen doorgaans binnen een specifiek gebied tot stand (bijvoor¬beeld de provincie Groningen, Nederland of Europa). Het gebruik van een cijfer dat is berekend over een bepaald geografische gebied is mogelijk niet generaliseerbaar naar andere geografische gebieden.

Vraag 7: Periode waar het cijfer betrekking op heeft

Vaak worden cijfers gebruikt die in het verleden tot stand zijn gekomen. Een cijfer dat in het verleden tot stand is gekomen, kan nog steeds rele¬vant zijn in de huidige tijd indien het onderwerp van het cijfer niet onder¬hevig is aan sterke veranderingen. Als het onderwerp gevoelig is voor veranderingen in tijd, kan het cijfer wellicht verouderd zijn. Is het cijfer nog relevant in de publicatie waaruit u het cijfer wilt beoordelen?

Vraag 8. Eenmalige, periodiek herhaalde of continue dataverzameling

Een voordeel van periodiek herhaalde of continue dataverzameling is de vergelijkbaarheid van de data door de tijd heen. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met mogelijke veranderingen in methoden. Daarnaast is het doel van de dataverzameling mogelijk niet direct de totstandkoming van het cijfer. Dit kan invloed hebben op de geschiktheid van de data voor de berekening van het cijfer. Eenmalige data verzameling is mogelijk beter toegespitst op de totstandkoming van het gerapporteerd cijfer, maar minder geschikt voor directe vergelijkingen.

Vraag 9: Steekproef

De omvang en respons op de steekproef zijn van invloed op de zekerheid van het cijfer. Het is mogelijk dat bij de werving van respondenten een zoge¬naamde selectiebias optreedt; een deel van de populatie blijft dan buiten beeld als gevolg van de wijze van steekproeftrekking of benadering van deelnemers. Wanneer groepen zijn geëxcludeerd is de hoeveelheid data waarop het cijfer is gebaseerd verkleind.

Vraag 10: Registratie

Bij registraties is de zekerheid van het cijfer onder meer afhankelijk van de manier waarop de data geregistreerd zijn. Indien de registratie onvolledig is, of de data niet nauwkeurig geregi-streerd zijn, dan wordt de zekerheid van het cijfer kleiner. Van invloed zijn de periode, wie, en hoe de data zijn geregistreerd, en ook of de registratie overal consistent wordt uitgevoerd.

Vraag 11: Vragenlijstonderzoek

Inzicht in de gestelde vragen is nodig om een inschatting te maken of de vragen geschikt zijn om tot het cijfer te komen en geschikt zijn om tot de juiste conclusie te komen. Wanneer vragen en antwoorden niet aansluiten bij het onderwerp, dan is de conclusie niet correct.

Vraag 12: Directe observatie

Inzicht in hoe de observatie heeft plaatsgevonden is belangrijk om de nauwkeurigheid van de observaties te kunnen beoordelen. Als er tijdens observaties ruimte was voor het maken van fouten heeft dat invloed op de zekerheid van het cijfer en de betekenis van de resultaten.

Vraag 13: Modelleren

Wanneer de aannames in het model niet bij het cijfer passen, of wanneer de aannames niet plausi¬bel zijn, heeft dat een grote impact op het cijfer. In een economisch model bijvoorbeeld kunnen bepaalde effecten worden meegerekend die niet zeker zijn, of niet goed bij het onderwerp passen. Ook is het mogelijk dat een cijfer dat jaren geleden tot stand is gekomen wordt doorgerekend naar de huidige tijd, waarbij aannames worden gemaakt over de ontwikkelingen in de populatie. Of het is mogelijk dat een cijfer berekend over een bepaald gebied wordt doorgerekend naar een ander gebied.

Wanneer u bovenstaand samenvattend overzicht van de resultaten wilt ontvangen in uw email, vul hieronder uw emailadres in en druk op "Afsluiten en resultaten versturen".

Wij zullen uw emailadres niet gebruiken, behalve om u een samenvattende email te sturen.

Uw Email

Vragenlijst

overzicht

Vraag 1: Herkomst van het cijfer
1a.	U kunt een cijfer beoordelen uit een primaire publicatie of uit een publicatie die refereert aan een cijfer uit een primaire publicatie.
	Bijvoorbeeld: Een rapport van een onderzoeksinstituut is meestal een primaire publicatie.
1b.	In de publicatie waaruit u het cijfer wilt beoordelen (bijvoorbeeld een krantenartikel, een stuk op een website of een persbericht) is een cijfer gebruikt uit een primaire publicatie. De primaire publicatie is bekend als de publicatie waarin het cijfer is gerapporteerd daarnaar verwijst. De primaire publicatie moet bekend zijn, om de juistheid van het cijfer te kunnen beoordelen.
1c.	Toegankelijkheid van de primaire publicatie betekent dat de primaire publicatie traceerbaar is en de mogelijkheid bestaat om het gerapporteerde cijfer daar te controleren.
	Om de vragen van de FIAT-Health 2.0 verder te kunnen beantwoorden is toegang tot de primaire publicatie nodig. Daarmee is het mogelijk om de interpretatie van het gerapporteerde cijfer te vergelijken met de primaire publicatie. Indien de primaire publicatie niet toegankelijk is, dan is het raadzaam deze alsnog te achterhalen.
	Bijvoorbeeld: In de publicatie waaruit u een cijfer wilt beoordelen staat dat het cijfer afkomstig is van een bepaald onderzoeksinstituut, maar geeft verder geen indicatie van waar de primaire publicatie gevonden kan worden, noch is de gebruiker in staat om de primaire publicatie zelf te identificeren. In dat geval is de primaire publicatie niet bekend of verifieerbaar.
	Bijvoorbeeld: In de publicatie waaruit u een cijfer wilt beoordelen is een bronvermelding gegeven maar het rapport is niet openbaar. In dat geval is de primaire publicatie wel bekend, maar niet toegankelijk.
Vraag 2: Geloofwaardigheid van het cijfer
2a.	Beschrijf het instituut dat verantwoordelijk is voor de primaire publicatie.
2b.	De geloofwaardigheid van de primaire publicatie is een subjectieve beoordeling. Deze beoordeling kan o.a. worden beïnvloed door de soort primaire publicatie en de aard van de auteur van de primaire publicatie. Zo zullen de meeste mensen een wetenschappelijk artikel uit een peer-reviewed tijdschrift als geloofwaardiger inschatten dan een bericht van een onbekende blogger. Ook wanneer het cijfer afkomstig is van een gerenommeerd instituut op het terrein waar het cijfer over gaat, draagt dat bij aan de geloofwaardigheid. Ook kan de beoordeling worden beïnvloed door de financiële afhankelijkheid en politieke belangen van de opdrachtgever en de auteur bij de publicatie van het cijfer. Voor de juiste interpretatie van het cijfer is het raadzaam te overwegen wat de reputatie van de auteur van de primaire publicatie is, en wat de publicatiesoort van de primaire publicatie is, en of er evidente belangen zouden kunnen meespelen.
	Bijvoorbeeld: Een wetenschappelijk artikel uit een peer-reviewed tijdschrift, een rapport van een onderzoeksinstituut, een uitleg van een cijfer op een webpagina.
	Bijvoorbeeld: Een academische instelling voert een onderzoek uit in opdracht van een collectebusfonds, of de opdrachtgever is zelf de auteur van de primaire publicatie.
Vraag 3: Typering van het cijfer De typering van het cijfer heeft invloed op hoe het cijfer wordt geïnterpreteerd. Afhankelijk van hoe het cijfer is uitgedrukt, geeft de gebruiker een waarde aan het cijfer. Bij een absoluut cijfer is de context waarbinnen het cijfer valt mogelijk niet duidelijk. Bij een samengesteld cijfer is het mogelijk niet duidelijk wat het cijfer is als het als absoluut cijfer weergegeven zou zijn, waardoor het cijfer groter of kleiner lijkt dan het is. Bedenk wat het cijfer zou zijn als het anders uitgedrukt wordt, en of daardoor de interpretatie van het cijfer verandert.
3a.	Beschrijf de typering van het cijfer.
	Bijvoorbeeld: Een absoluut getal: 12.456 vrouwen hebben borstkanker, een breuk: 1 op de 10 vrouwen heeft borstkanker, een percentage: 10%.

Vraag 4: Onderwerp van tellen en meten
4a.	Een duidelijke beschrijving van de definitie van het onderwerp is nodig om te begrijpen wat onderdeel uitmaakt van het onderwerp. Bedenk of informatie over het onderwerp ontbreekt.
	Bijvoorbeeld: roken = minimaal 1 sigaret per dag, overgewicht = 25-30 BMI, of wachttijd = tijd in dagen tussen diagnose en behandeling.
	Bijvoorbeeld: voor zorguitgaven worden vaste definities gebruikt: System of Health Accounts (SHA), Zorgrekeningen, of Budgettair Kader Zorg (BKZ).
4b.	De definitie van het onderwerp in de primaire publicatie moet overeenkomen met de definitie van het gerapporteerde cijfer.
	Bijvoorbeeld: de primaire publicatie gebruikt als onderwerp “alcoholgebruik”, waar alle alcoholhoudende dranken onder vallen. Het nieuwsbericht waaruit u het cijfer wilt beoordelen gebruikt het cijfer in verband met het onderwerp “het drinken van bier”. In dat geval komen de definities niet overeen wat tot onjuiste conclusies leidt.
Vraag 5: Populatie waar het cijfer betrekking op heeft
5a.	Een duidelijke beschrijving van de populatie is nodig om te begrijpen wanneer iets of iemand wel of niet als eenheid wordt meegeteld binnen de populatie. Bedenk of informatie over de populatie ontbreekt Voorbeelden van populatiekenmerken zijn: leeftijdsgroep, sekse, sociaal economische status en etniciteit. Voorbeelden van populatiekenmerken in het geval van zorginstellingen zijn: grootte van zorginstellingen, soort zorginstellingen en de specialisatie van de zorginstellingen. Populatiekenmerken van zorguitgaven zijn de gebruikte valuta, zoals de Amerikaanse Dollar of de Euro.
	Bijvoorbeeld: de uitdrukking “vrouwen” is onduidelijk, de populatie kan worden gespecificeerd door beschrijvingen toe te voegen, bijvoorbeeld “volwassen vrouwen”, of “volwassen vrouwen tussen de 20 en 40 jaar na 3 maanden zwangerschap”.
5b.	De definitie van de populatie in de primaire publicatie moet overeenkomen met de definitie van het gerapporteerde cijfer.
	Bijvoorbeeld: in de primaire publicatie is de populatie gedefinieerd als “volwassen vrouwen tussen de 20 en 40 jaar, na 3 maanden zwangerschap”. In de publicatie waaruit u het cijfer wilt beoordelen is de definitie aangeduid als “zwangere vrouwen”. In dat geval is de populatie te ruim omschreven in de publicatie waaruit u het cijfer wilt beoordelen, en komt de populatie niet overeen.
Vraag 6: Geografisch gebied waar het cijfer betrekking op heeft
6a.	Een beschrijving van het geografisch gebied is nodig om de generaliseerbaarheid van cijfer te kunnen beoordelen.
	Bijvoorbeeld: Amsterdam Zuidoost, of de provincie Limburg.
6b.	Het geografisch gebied dat gebruikt is in de primaire publicatie moet overeenkomen met het geografisch gebied dat gebruikt is in de publicatie waaruit u het cijfer wilt beoordelen of het moet plausibel zijn dat het daarnaar te generaliseren is. Bedenk of informatie over het geografisch gebied ontbreekt.
	Bijvoorbeeld: Het cijfer in de primaire publicatie heeft betrekking op “de gemeente Amsterdam”. De publicatie waaruit u het cijfer wilt beoordelen rapporteert het geografisch gebied als “Nederland”. In dat geval komt het geografisch gebied niet overeen.
Vraag 7: Periode waar het cijfer betrekking op heeft
7a	Een beschrijving van de periode waar het cijfer betrekking op heeft is nodig om de relevantie van het cijfer te kunnen beoordelen. De periode waar het cijfer betrekking op heeft is de periode waarbinnen de eenheden zijn geteld. Zoals op een bepaald punt in de tijd of binnen een bepaald jaar. Bedenk wat de invloed is van de periode waarin is geteld op het cijfer. Is het cijfer wellicht verouderd?
	Bijvoorbeeld: De primaire publicatie rapporteert een jaarprevalentie gebaseerd op een telling binnen het jaar 2011.
7b.	Het doel van deze vraag is om na te gaan of de periode waarin is gemeten overeenkomt met de periode waarover u iets wilt weten, of dat het aannemelijk is dat het verschil tussen de twee klein genoeg is. In veel gevallen wordt in een secundaire publicatie de periode niet expliciet vermeld, maar blijkt uit de tekst de veronderstelling dat het cijfer actueel is, en dus betrekking heeft op het heden.
	Bijvoorbeeld: De primaire publicatie rapporteert een cijfer gebaseerd op gegevens van drie jaar geleden, en de rapportage maakt geen melding over de periode. In dat geval komt de periode niet overeen met de primaire publicatie, maar is het cijfer wel relevant.
Vraag 8: Eenmalige, periodieke of continue dataverzameling Wanneer u een beslissing maakt over het gebruik van een cijfer kan het interessant zijn te weten of de dataverzameling eenmalig heeft plaatsgevonden, periodiek herhaald wordt of continu plaatsvindt. Wanneer het cijfer afkomstig is uit een periodiek herhaalde of continue dataverzameling, is het mogelijk deze te vergelijken met voorgaande data, of het cijfer te vernieuwen wanneer er nieuwe data beschikbaar zijn.
8.	De dataverzameling wordt periodiek herhaald met dezelfde methoden. Bijvoorbeeld een jaarlijks herhaalde enquête, of routinematig verzamelde registratiedata.
	De dataverzameling vindt continue plaats wanneer data constant worden geregistreerd. Bijvoorbeeld de CBS-doodsoorzakenstatistiek.
	De dataverzameling is eenmalig wanneer de dataverzameling slechts een keer is uitgevoerd. Bijvoorbeeld een eenmalig wetenschappelijk onderzoek.
Vraag 9: Een steekproef
9a.	Bij een steekproef is een selectie van de gehele populatie onderzocht. Bij een steekproef moet rekening gehouden zijn met de omvang en de representativiteit.
9b.	De omvang van de steekproef kan iets zeggen over de statistische betrouwbaarheid. . Kennis van de grootte van de steekproef is nodig om een inschatting te maken van de zekerheid van het cijfer.
	Bijvoorbeeld: n=150.
9c.	Voor respons geldt: hoe hoger, hoe beter. Bij een lage respons is het nuttig om te bedenken of er mogelijk (zelf)selectie kan zijn opgetreden en dat dus de non-respondenten op relevante kenmerken afwijken van de respondenten. Kennis van de grootte van de respons is nodig om in te kunnen schatten of er bias heeft plaatsgevonden tijdens de selectie van de steekproef.
	Bijvoorbeeld: De respons betreft 35% van de benaderde patiënten.
9d.	Als er voor de berekening van het cijfer belangrijke groepen buiten beschouwing zijn gelaten, hebben er exclusies plaatsgevonden. Het kan nuttig zijn om na te gaan op welke gronden deze exclusies plaatsvonden en of dit gevolgen kan hebben voor de interpretatie van het cijfer of de statistische betrouwbaarheid (omdat de feitelijke n kleiner wordt)
	Bijvoorbeeld: Voor de berekening van het cijfer zijn patiënten met co-morbiditeit uitgesloten, dit betrof 20% van de respondenten.
9e.	Een steekproef is representatief als de steekproef dezelfde eigenschappen heeft als de populatie. Let daarbij onder andere op de verdeling van leeftijd, sekse, etniciteit, sociaal economische status, en geografisch gebied. Indien de steekproef representatief is, kan de data gegeneraliseerd worden naar de gehele populatie.
	Bijvoorbeeld: Het cijfer gaat over immigranten, maar in het onderzoek zijn alleen mensen in het Nederlands benaderd. Daardoor worden immigranten die het Nederlands niet goed beheersen uitgesloten, met het gevolg dat de steekproef geen goede afspiegeling van de populatie is.
Vraag 10: Een Registratie
10a.	Bij een bestaande registratie worden gegevens over een populatie systematisch vastgelegd en opgeslagen. Zoals een huisartsenregistratie, of de CBS-doodsoorzakenstatistiek.
10b.	De soort registratie beïnvloedt welk onderdeel van de populatie geregistreerd wordt.
	Bijvoorbeeld: het cijfer is afkomstig uit het dbc-informatiesysteem (DIS), Vektis, Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg.
10c.	De bruikbaarheid van de registratie als basis voor het cijfer is afhankelijk van tal van factoren, zoals o.a. de veronderstelde volledigheid, de kans dat er registratiefouten optreden en het doel van de registratie, het systeem van coderen (en kans op fouten), wie de data registreert en de mate van standaardisatie.
Vraag 11: Vragenlijstonderzoek
11a.	Bij vragenlijstonderzoek is het onderwerp gemeten door middel van de vragen die aan deelnemers worden gesteld. Daarbij zijn keuzes gemaakt over welke vragen zijn gesteld en de manier waarop de respondenten antwoord kunnen geven.
11b.	Als de precieze vraag die aan respondenten is voorgelegd bekend is, helpt dit om in te schatten of de conclusie die hierop gebaseerd is, gerechtvaardigd is.
	Bijvoorbeeld: het cijfer is gebaseerd op de vraag: “Hoe vaak voelde u zich somber dit jaar?”. De formulering van een vraag kan sturend zijn: “vindt u het ook zo belangrijk om voldoende te bewegen?”
11c.	Als de antwoordcategorieën van de vragen die gesteld zijn, bekend zijn, helpt dit om in te schatten of de conclusie die hierop gebaseerd is, gerechtvaardigd is.
	Bijvoorbeeld: De antwoordcategorieën zijn vaak, weleens, soms, en nooit.
11d.	De formulering van de vragen en antwoordcategorieën kan soms sturend zijn of antwoordcategorieën kunnen niet uitputtend zijn. Bedenk hoe de antwoorden in de vragenlijst zijn gebruikt om tot het cijfer te komen en wat de gevolgen zijn van de interpretatie van de antwoorden.

Vraag 12: Directe observaties
12a.	Bij directe observaties zijn de eenheden geteld of gemeten door middel van waarnemingen.
	Bijvoorbeeld: Het meten van overgewicht door lengte en gewicht te meten, bijvoorbeeld door medewerkers van de GGD. Het is geen directe observatie als deelnemers zelf hun lengte en gewicht rapporteren.
12b.	De manier waarop de directe observatie heeft plaatsgevonden, moet bekend zijn om de nauwkeurigheid van de directe observatie in te kunnen schatten. De mate van nauwkeurigheid kan gevolgen hebben voor de betrouwbaarheid en validiteit van de gegevens.
12c.	De nauwkeurigheid van de directe observatie is afhankelijk van wie de observatie heeft uitgevoerd, en hoe deze observatie heeft plaatsgevonden.
Vraag 13: Modelleren
13a.	Sommige onderwerpen kunnen niet of moeilijk worden gemeten, bijvoorbeeld omdat ze betrekking hebben op een hypothetische situatie of op de toekomst. Door het samenstellen van een aantal assumpties kunnen we toch een berekening maken over de situatie. Modelleren gebeurt vaak aan de hand van formules en scenario’s om zo dicht mogelijk bij de waarheid uit te komen.
13a.	Modellen kunnen betrekking hebben op ‘wat als scenario’s’. Bijvoorbeeld: hoeveel zouden we besparen als niemand meer alcohol drinkt? Of: hoe gaan bepaalde prevalenties zich in de toekomst ontwikkelen? We spreken ook van modelleren wanneer een cijfer wordt doorgerekend naar een andere situatie. Bijvoorbeeld: wanneer een cijfer uit een ander jaartal wordt doorgerekend naar de huidige tijd (extrapoleren) of wanneer een cijfer uit een bepaald gebied wordt omgerekend naar een ander gebied.
13b	In een model zijn verschillende aannames gemaakt, deze aannames moeten bekend zijn om het model op waarde te kunnen schatten.
	Bijvoorbeeld: de kosten van roken voor de maatschappij zijn niet meetbaar, daarom zijn deze kosten gemodelleerd. De onderdelen van het model, en de gebruikte cijfers, zijn beschreven in de primaire publicatie.
13c.	De aannames in het model moeten zorgvuldig gemaakt zijn door de auteur van de primaire publicatie, en zijn onderbouwd. Bedenk hoe de aannames in het model het cijfer hebben beïnvloed.
	Het beoordelen van de plausibiliteit van de aannames die aan modellen ten grondslag liggen, vergt in veel gevallen veel achtergrondkennis bijvoorbeeld van wetenschappelijk literatuur. Hier zal dus vaak een inhoudelijk expert voor nodig zijn.
	Eindoordeel Na het ontvangen van het overzicht van uw antwoorden op de FIAT-Health 2.0, geeft u een beoordeling aan het cijfer.
14.	Hier geeft u een oordeel aan de correctheid van het cijfer. Daarbij kunt u overwegen of belangrijke aspecten van de totstandkoming niet goed zijn gekozen of uitgevoerd.
15.	Hier geeft u een oordeel aan de interpretatie van het gerapporteerde cijfer. Heeft de schrijver van het gerapporteerde cijfer het cijfer juist overgenomen uit de primaire publicatie en is de interpretatie die aan het cijfer is gegeven door de schrijver juist?

Begrippenlijst

FIAT-Health 2.0 vragenlijst

Vraag 1: Herkomst van het cijfer

Vraag 2: Geloofwaardigheid van het cijfer

Vraag 3: Typering van het cijfer

Vraag 4: Onderwerp van tellen en meten [field18]

Vraag 5: Populatie waar het cijfer betrekking op heeft

Vraag 6: Geografisch gebied waar het cijfer betrekking op heeft

Vraag 7: Periode waar het cijfer betrekking op heeft

Vraag 8: Dataverzameling

Vraag 9. Steekproef

Vraag 10. Registratie

Vraag 11.Vragenlijstonderzoek

Vraag 12. Directe observaties

Vraag 13. Modelleren

Eindoordeel

Dit is het einde van de vragenlijst, ga door naar de volgende pagina voor het samenvattende overzicht >>

Samenvattend overzicht van uw antwoorden

De totstandkoming van het cijfer is gebaseerd op:

Een Steekproef

Registratie

Vragenlijstonderzoek

Directe observaties

Modelleren

Eindoordeel

Uw notities

Aandachtspunten

Vraag 1: Herkomst van het cijfer

Vraag 2: Geloofwaardigheid van het cijfer

Vraag 3: Typering van het cijfer

Vraag 4. Onderwerp van tellen en meten

Vraag 5: Populatie waarover geteld en gemeten wordt

Vraag 6: Geografisch gebied waar het cijfer betrekking op heeft

Vraag 7: Periode waar het cijfer betrekking op heeft

Vraag 8. Eenmalige, periodiek herhaalde of continue dataverzameling

Vraag 9: Steekproef

Vraag 10: Registratie

Vraag 11: Vragenlijstonderzoek

Vraag 12: Directe observatie

Vraag 13: Modelleren